Wijzigingswet Wet bevordering eigenwoningbezit (afschaffing van de correctie verzamelinkomen)
Wet van 29 juni 2006 tot wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit (afschaffing van de correctie verzamelinkomen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet bevordering eigenwoningbezit te wijzigen teneinde te komen tot een afschaffing van de correctie op het verzamelinkomen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet bevordering eigenwoningbezit.]
Artikel II
Voorzover de peildatum, bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, is gelegen voor 1 juli 2006, wordt:
a
artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals dat komt te luiden na de inwerkingtreding van deze wet, als volgt gelezen: a. bij een primaire toekenning: het gezamenlijk inkomen over het peiljaar van degenen die behoren tot het huishouden van de eigenaar-bewoner, en.
b
voor de toepassing van artikel 3, derde lid, onderdeel a, en vierde lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals dat komt te luiden na de inwerkingtreding van deze wet, onder het verzamelinkomen verstaan: het gecorrigeerde verzamelinkomen, bedoeld in artikel 1a, eerste lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals dat artikel laatstelijk luidde vóór de inwerkingtreding van deze wet;
c
voor de toepassing van artikel 3, derde lid, onderdeel b, en vierde lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals dat komt te luiden na de inwerkingtreding van deze wet, onder het belastbare loon verstaan: het gecorrigeerde belastbare loon, bedoeld in artikel 1a, derde lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals dat artikel laatstelijk luidde vóór de inwerkingtreding van deze wet, en
d
voor de toepassing van artikel 33, eerste lid, onderdeel a, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals dat komt te luiden na de inwerkingtreding van deze wet, onder het verzamelinkomen verstaan: het gecorrigeerde verzamelinkomen, bedoeld in artikel 1a, eerste lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals dat artikel laatstelijk luidde vóór de inwerkingtreding van deze wet.
Artikel III
Voorzover het peiljaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, het kalenderjaar 2005 betreft, wordt:
a
in artikel 8, tweede lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zoals dat komt te luiden na de inwerkingtreding van deze wet, voor ?het bedrag van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 33b van de Algemene Ouderdomswet? gelezen: het bedrag van de tegemoetkoming waarop personen met een ouderdomspensioen op grond van artikel 9 van de Kaderwet SZW-subsidies recht hebben;
b
in de artikelen 11, eerste lid, onderdeel b, onder 3e en 4e, en 28, onderdelen c en d, van de Wet bevordering eigenwoningbezit voor ?de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 33b van die wet? gelezen: de financiële tegemoetkoming waarop personen met een ouderdomspensioen op grond van artikel 9 van de Kaderwet SZW-subsidies recht hebben.
Artikel IV
1
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2006.
2
Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2006, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 juli 2006.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te ?s-Gravenhage, 29 juni 2006
Beatrix
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer , S. M. Dekker
Uitgegeven de dertigste juni 2006
De Minister van Justitie ,
j
P. H. Donner